In een onderneming is vaak sprake van meer dan één eigenaar. Dat geldt bijvoorbeeld bij een maatschap met meerdere partners, een VOF of een besloten vennootschap. In veel ondernemingen worden in de vennootschapsakte van tevoren afspraken gemaakt, voor het geval een van de vennoten overlijdt. Daarin leggen zij bijvoorbeeld vast dat bij overlijden de andere compagnons het eerste recht hebben om het aandeel van de overleden partner over te nemen van diens nabestaanden. Het zogenaamde “overnamebeding”.
Doel is dat hiermee de continuïteit van het bedrijf wordt gewaarborgd, na overlijden van een van de eigenaren. Ook wordt hiermee voorkomen dat de nabestaanden zich met de bedrijfsvoering moeten bezighouden. In de vennootschapsakte kan zijn geregeld voor welk bedrag de overblijvende vennoten de erfgenamen kunnen uitkopen. Als dit vooraf wordt vastgelegd, dan zijn de overblijvende vennoten en erfgenamen na overlijden afhankelijk van adviseurs die de waarde en eventuele verdeling van de onderneming moeten bepalen.
Wat gebeurt er als na overlijden van een compagnon geen liquide middelen voor uitkoop van de nabestaanden voorhanden zijn? De nabestaanden moeten immers contant worden betaald. Het is niet ondenkbaar dat de middelen van de onderneming volledig vastzitten in gebouwen en bedrijfsmiddelen. Ook maakt goodwill deel uit van de waarde van de onderneming.
Eén van de oplossingen is financiering van het uitkoopbedrag, maar dan kampt de onderneming niet alleen met het wegvallen van een van de sleutelfiguren, maar ook met extra financieringslasten. Het is maar de vraag of deze extra lasten opgebracht kunnen worden. Door uitkoop van de erfgenamen kan de continuïteit van de onderneming in gevaar komen en daarmee de inkomens van alle betrokkenen.
Twee vennoten zijn drie jaar geleden een bedrijf gestart. De onderneming is succesvol en de waarde bedraagt inmiddels enkele miljoenen. Beide vennoten zijn ieder voor de 50% eigenaar; De waarde is niet in contanten beschikbaar, want het is volledig geïnvesteerd, inclusief de geschatte waarde van de goodwill. Een van de ondernemers overlijdt onverwacht en laat een partner en kinderen na. De erfgenamen eisen ‘hun’ deel van de onderneming op. De overblijvende vennoot is dan genoodzaakt een financiering af te sluiten om daarmee de helft van het bedrijfsvermogen contant te maken.
Hadden de vennoten hier een voorziening voor kunnen treffen? Het antwoord daarop is ja. Dit risico is over het algemeen relatief eenvoudig af te dekken. Dat kan door een compagnonsverzekering af te sluiten. Hierbij sluiten u en uw medevennoot of medevennoten overlijdensrisicoverzekeringen op elkaars leven. Dat zijn zogenaamde kruislings gesloten verzekeringen. Als een van de compagnons komt te overlijden wordt een bedrag uitgekeerd voor de ‘overblijvende’ compagnon(s).
De compagnonsverzekering moet wel zorgvuldig worden geformuleerd om nadelige fiscale verrassingen te voorkomen. Het is daarom belangrijk de compagnonsverzekering ‘kruislings’ te sluiten. Dat betekent dat de ene compagnon de premie op het leven van de ander betaalt. Daarmee wordt voorkomen dat de uitkering bij overlijden belast wordt met successierecht.
Levensverzekeraars hebben de afgelopen jaren de tarieven voor overlijdensdekkingen sterk verlaagd. Het is daarom mogelijk voor een redelijke premie dit risico af te dekken. De premie is afhankelijk van de leeftijd bij aanvang, de duur van de verzekering, de gezondheid van de verzekerde(n) en of sprake is van roker of niet-roker.
De compagnonverzekering kan ook worden gebruikt voor verzekering van het financiële risico die het overlijden van een sleutelfiguur binnen de onderneming met zich meebrengt.
Volgens een bekende stelling is iedereen vervangbaar, maar geldt dat ook voor de sleutelfiguren, de z.g. “keymen” binnen de onderneming? Als een sleutelfiguur wegvalt, moet de onderneming door dat verlies vaak (tijdelijk) vervangende arbeidscapaciteit inhuren. Daarvoor zijn contanten nodig.
Een keymanverzekering wordt door de onderneming gesloten op het leven van de betreffende medewerker en keert aan het bedrijf een bedrag uit waarmee de continuïteit gedurende een bepaalde periode gewaarborgd kan worden. Deze polis kan ook worden overwogen vanwege de verantwoordelijkheid jegens de medewerkers, die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de continuïteit van de onderneming. In de keymanverzekering kan ook dekking voor het risico van arbeidsongeschiktheid worden meegenomen.